Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want zij verbitterden zijn geest, zodat hij [50][wat] onbedachtelijk voortbracht met zijn lippen. 50. Te weten, enige woorden, die hij niet had behoren te spreken, want hij bewees enige ongeduldigheid met mistrouwen vermengd, en hij heiligde den Heere niet voor de Israelieten, gelijk hij schuldig was te doen. Zie Num.20:10,12.